Labradoriet is mijn lievelingssteen. Een tijdje geleden kocht ik een snoer met gladgepolijste brioletten met de bedoeling ze te gebruiken voor eenvoudige oorbellen. Punt bij Labradoriet is, dat de brioletten ervan er allemaal anders uitzien. Ze zijn niet allemaal even groot, maar ook de kleur kan zeer verschillen. Dus ik probeer altijd paartjes bij elkaar te zoeken. Een aantal springt er direkt uit, de flash zit voorop de steen, ze zijn blauw of groen en glimmen en schitteren. Maar dan. Dan wordt het echt zoeken. De flash kan aan de zijkant zitten, of aan de onderkant. En soms lijken ze helemaal geen flash te hebben, maar als ik dan op het topje kijk, blijken ze daar te schitteren. En terwijl ik zo aan het zoeken ben, met al mijn zintuigen geopend, is het net of de steentjes meer zijn dan gewoon steentjes. Sommige vallen op, je ziet ze van verre al schijnen, net als sommige mensen. Anderen zijn wat verlegen, en die laten hun mooie kant pas aan je zien als jij er moeite voor doet. En dan zijn er ook nog beschadigde exemplaren, die hebben het een en ander meegemaakt, verkeerd geslepen of iemand heeft ze laten vallen, en die hebben hun mooi-zijn heel diep verstopt. Maar het is er wel. Het is er altijd, een mooi gekleurd licht, in iedere steen, in ieder mens. Soms moet je gewoon een beetje geduld hebben. En oprecht zoeken. En vertrouwen dat het er is. En dan komt het altijd goed.